De bouwsector staat op een kantelpunt. Waar duurzaamheid jarenlang een ‘nice to have’ was, is het nu een harde noodzaak en biobased materialen spelen daarin een belangrijke rol. Maar wat betekent deze verschuiving voor afbouwers? Wij spraken met
Norbert Schotte, medeoprichter/-aanstichter van de Gideonsbende en vanaf het eerste uur betrokken bij Building Balance, het nationale programma dat biobased bouwen opschaalt. Zijn boodschap is helder: biobased bouwen wordt het nieuwe normaal.
2020: het kantelpunt richting biobased bouwen
Norbert begon in 2005 als timmerman. In de periode 2019-2020 kwam het definitieve kantelmoment dat hem de wereld van biobased bouwen introk.
Hij vertelt: “Na de in positieve zin beruchte Tegenlicht aflevering in 2019 las ik in 2020 een artikel in de Cobouw over de MPG-rekenmethodiek die biobased bouwmaterialen onterecht benadeelt. Zo veel maatschappelijke potentie en toch werkte de regelgeving het tegen. Dat kon ik simpelweg niet accepteren.”
Dat besef leidde tot een manifest dat door 240 partijen werd gesteund en uiteindelijk tot de oprichting van de Gideonsbende. Sinds de oprichting maakt de Gideonsbeweging zich hard voor duurzaam bouwen en de juiste condities hiervoor.
Biobased is geen techniek, maar een mindset
Biobased bouwen is niet alleen een simpele materiaalwissel van beton naar hout of van glaswol naar biobased isolatie. Volgens Norbert gaat het om een andere manier van denken en een systeemverandering.
Hij legt uit: “De maatschappelijke vraagstukken zijn enorm: klimaatverandering, stikstof, het vastgelopen landbouwsysteem, biodiversiteitafname, afnemende bodem- en waterkwaliteit en zelfs tekorten aan water aan een land dat voor tweederde onder de zeespiegel ligt. Biobased bouwen biedt op bijna al die fronten een antwoord. Niet de hele oplossing, maar wel een hele belangrijke.”
Maar het mooiste vindt hij iets anders: “Bouwers voelen dat ze echt kunnen bijdragen aan de oplossing. Dat geeft betekenis en energie. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste van alles.”
Waar de bouw de komende 5–10 jaar heen beweegt:
Wanneer Norbert vooruitkijkt, is hij duidelijk: de richting van de sector ligt eigenlijk al vast. Vanuit Europa komt steeds strengere wet- en regelgeving die de bouw dwingt om duurzamer te werken. En die beweging zet zich in Nederland al breed door. Hij verwacht ook dat politici de potentiële CO2-winst van biobased bouwen gaan inzien, wat volgens hem kan oplopen tot maar liefst 9 megaton per jaar vanaf 2040. Dat is vergelijkbaar met de klimaatwinst van het invoeren van rekeningrijden en het halveren van de veestapel samen!
Hij vertelt ook hoe de afgelopen twee jaar meer dan 300 partijen, waaronder ontwikkelaars, bouwers, corporaties, onderhoudsbedrijven en beleggers, een commitment aangingen om in 2030 ten minste 30% van hun woningbouw met 30% biobased te realiseren (30/30/30).
Het is volgens Norbert dan ook geen vraag meer of deze omslag komt, maar hoe snel. Hij zegt daarover: “In 2030 bouwen we gewoon tienduizenden woningen biobased. Dat is geen ambitie meer, dat is realiteit.”
Tegelijkertijd ziet hij dat de sector een veel bredere verschuiving doormaakt. Waar bijvoorbeeld gronduitgiften en tenders voorheen vrijwel volledig op prijs werden beoordeeld, bewegen opdrachtgevers nu richting een meer waardengedreven benadering: bouwen met oog voor klimaat, gezondheid en toekomstbestendigheid en dit weegt inmiddels een stuk zwaarder dan voorheen.
Afbouwers: wat houdt jullie nog tegen?
Wanneer Norbert spreekt over de drempels in de sector, is hij opvallend eerlijk. De grootste belemmeringen zitten volgens hem niet in de techniek, maar in onszelf.
Hij zegt het zo: “Eerlijk gezegd: de grootste belemmeringen zijn wijzelf. Misschien geen geliefd antwoord, maar wel waar. Want hoewel materialen zoals houtvezel, cellulose en hennep al jarenlang bestaan, gecertificeerd zijn en technisch prima toepasbaar, blijven er partijen hangen in koudwatervrees door onbekendheid, mythes, aannames dat het per definitie duurder is of denken dat zij het niet kunnen.”
Maar die aannames kloppen volgens hem niet. Hij legt uit dat wanneer je niet alleen naar het isolatiemateriaal kijkt, maar naar een gebouw op systeemniveau, een biobased woning vaak juist efficiënter en economisch aantrekkelijker uitpakt. Hij noemt als voorbeeld dat lichter bouwen immers minder zware funderingen en constructies betekent.
En dat beeld verandert snel: “Prijs is voor een groot deel van de opgave eigenlijk niet meer de bottleneck. Het zit tussen de oren.”
Veel van de geïndustrialiseerde biobased conceptwoningen zijn inmiddels op prijs concurrerend of zelfs al goedkoper dan conventionele varianten.
Norbert vat het krachtig samen: “Het kan al. De voorbeelden zijn er. Je moet het willen en dan gewoon gaan doen.”
Welke materialen kunnen afbouwers morgen al toepassen?
Volgens Norbert is de drempel laag, ook al zijn er nog best wat partijen die denken dat het een flinke aanpassing van ontwerpen en processen vergt. Makkelijkste is om de overstap te maken naar andere wolsoortige isolatie, zoals hennep-, vlas- en houtwol. Groot voordeel volgens Norbert: het jeukt niet dus werkt ook een stuk prettiger.
“Het is geen toekomstmuziek. Je kunt hier morgen mee aan de slag. En als je hulp nodig hebt, die is er.”
Wat Building Balance doet
Building Balance is de uitvoeringsorganisatie van de nationale aanpak biobased bouwen (NABB). Volgens Norbert is deze rol juist zo krachtig omdat we zowel kennis ontwikkelen en verspreiden als de praktijk helpen versnellen.
De inzet van Building Balance raakt de hele keten:
· Projectondersteuning voor projectteams die bottlenecks ervaren
· Brandtesten en certificeringstrajecten
· Het kennisplatform NKBB, waar alle actuele kennis wordt gebundeld
· Trainingen voor professionals die met biobased willen starten
· Ketenverbinding, van land tot pand, van ontwikkelaar tot leverancier
Norbert: “We verzamelen alle kennis, halen belemmeringen weg en helpen partijen die willen versnellen. Het belangrijkste is: je staat er niet alleen voor.”
De rol van leveranciers zoals SIG: groter dan je denkt
Leveranciers spelen volgens Norbert een belangrijke rol in de versnelling van biobased bouwen. Juist omdat afbouwers vaak op hen vertrouwen, kunnen leveranciers het verschil maken tussen twijfel en actie.
Hij verwoordt het zo:
“Bouwers vinden het spannend. Als hun leverancier zegt: ‘Maak je geen zorgen, wij kunnen dit’, dan durven ze wél.”
Wat leveranciers volgens hem concreet kunnen doen:
· Klanten actief begeleiden, adviseren en enthousiasmeren
· Trainingen, demo’s en kennisbijeenkomsten organiseren
· Ketenpartners met elkaar verbinden
· Data, voorbeelden en kennis toegankelijk maken
Met andere woorden: leveranciers zijn niet alleen een schakel in de keten, maar een aanjager van verandering.
Wat kunnen afbouwers morgen al doen?
Zijn advies is verrassend simpel en laagdrempelig:
“Ik kan nu zeggen: ga morgen met biobased aan de slag. Maar dan denken je lezers, ja dat is makkelijk gezegd. Een beter antwoord is: ga actief op verkenning. Verdiep je in biobased bouwmaterialen en zoek actief de samenwerking op met je leverancier, zoals SIG. Zij delen graag hun kennis en helpen je op weg. Je staat er niet alleen voor”.
Je hoeft dus niet morgen biobased isolatie te verwerken. Je moet morgen enthousiasme en kennis gaan verzamelen.
Conclusie
Biobased bouwen is geen niche meer. Het draagt bij aan klimaatdoelen, maatschappelijke uitdagingen en een toekomstbestendige economie. De beweging is in volle gang en wie nu aanhaakt, bouwt mee aan de sector van morgen.
Wil je meer weten hoe jij duurzamer kunt bouwen? Neem contact op met één van onze specialisten.